Kwetsbaar gezin, kansarmoede, voorrangsregels bij kinderopvang.

Het is niet altijd duidelijk welke term welke lading dekt. Zo is het ook met de termen “kwetsbaar gezin”, “kansarmoede”, “voorrangsregels bij kinderopvang”. We proberen hier enige duidelijkheid te scheppen. Deze informatie komt uit de website van Kind en Gezin. Je kan daar meer in détail informatie krijgen (www.kindengezin.be).
We hebben er voor gekozen eerst enige duiding te geven, en daarna een stuk tekst dat, mits een paar bewerkingen, uit de site van Kind en Gezin komt, en de termen toelicht.

Kansarmoede.

Kansarmoede is een term die wordt gebruikt door Kind en Gezin om de leefomstandigheden van jonge kinderen te beschrijven. Wanneer het gezin in kansarmoede leeft, wordt er aangenomen dat het minder ontwikkelingskansen heeft dan andere kinderen.
Zele heeft een kansarmoede-index van meer dan 20%. Betekent dat dat meer dan 20% van de Zeelse gezinnen in kansarmoede leven? Neen.
Bij de berekening van de kansarmoede-index deelt men het aantal kinderen geboren in de laatste drie jaar die in kansarmoede leven door het totaal aantal kinderen geboren in de laatste drie jaar.
Een kansarmoede-index van 20% betekent dat 20% van de kinderen van minder dan 3 jaar in een gezin met kansarmoede leven.
Men kan dus aannemen dat 20% van de Zeelse kinderen een minder goede opleiding zullen genieten, en dus minder kansen op de arbeidsmarkt zullen hebben. Met alle gevolgen van dien.

Kwetsbaar gezin.

Kwetsbaar gezin is een term die in de kinderopvang wordt gebruikt. De voorwaarden om hieronder te vallen, komen voor een groot deel overeen met de bepaling van kansarmoede. Kinderen uit kwetsbare gezinnen krijgen voorrang op een plaats in de kinderopvang. Hieronder kan je de voorwaarden vinden om te spreken over een kwetsbaar gezin.

Voorrangsregels bij kinderopvang.

De overheid ziet het belang in van kinderopvang bij de ontwikkeling van het jonge kind. Daarom moeten kinderdagverblijven voorrang geven aan bepaalde kinderen om een plaats in het kinderdagverblijf te krijgen. Daarbij worden een aantal voorrangsregels gehanteerd. Eén van die voorrangscategorieën zijn kinderen uit kwetsbare gezinnen.

Definities van de termen volgens Kind en Gezin.

1. Kansarmoede.
De definitie die Kind en Gezin is:
Kansarmoede is een toestand waarbij mensen beknot worden in hun kansen om voldoende deel te hebben aan maatschappelijk hooggewaardeerde goederen, zoals onderwijs, arbeid, huisvesting. Het gaat hierbij niet om een eenmalig feit, maar om een duurzame toestand die zich voordoet op verschillende terreinen, zowel materiële als immateriële.

Om te bepalen of een gezin in kansarmoede leeft, gebruikt men zes kenmerken die elk een score krijgen. Indien een gezin op 3 of meer van deze kenmerken onder de ondergrens scoort, wordt het beschouwd als een gezin in kansarmoede. We overlopen in het kort deze kenmerken:
1.1. Beschikbaar maandinkomen
Het gezin beschikt over een onregelmatig maandinkomen, het beschikbaar inkomen (min schulden) ligt lager dan bedrag leefloon, leeft van een werkloosheidsuitkering en/of leefloon. Het bedrag van het leefloon voor gezin met kinderen bedraagt € 1179,65 (al dan niet alleenstaande ouder). We maken geen onderscheid naar het aantal kinderen ten laste en houden geen rekening met de kinderbijslag.
1.2. Opleiding ouders
Als de alleenstaande ouder of minstens een van beide ouders geen diploma hoger secundair heeft of het niet met zekerheid weet, enkel buitengewoon onderwijs volgde, (functioneel)analfabeet is.
1.3. Arbeidssituatie ouders
Wanneer de ouders zich in een precaire tewerkstelling bevinden (interim, zwart werk,….), werkloosheid van beide ouders of van de alleenstaande ouder en/of werkzaam zijn in een beschutte werkplaats.
1.4. Laag stimulatieniveau
Een inschatting van het stimulatieniveau in het gezin gebeurt op basis van observatie en bespreking met de ouders. Ook het gegeven of kinderen op regelmatige basis deelnemen aan het kleuteronderwijs en/of er moeilijkheden zijn in de verzorging van de kinderen wordt meegenomen in de bespreking.
1.5. Huisvesting
Het gezin leeft in een verkrotte, ongezonde en/of onveilige woning; de woning is te klein en/of beschikt over onvoldoende nutsvoorzieningen thuis en in de omgeving. Het gezin is dakloos (geen woning) of thuisloos (verblijf in Centrum voor Integrale Gezinszorg, Opvancentrum voor Asielzoekers; kraakpand,….)
1.6. Gezondheid
Een van de gezinsleden (ouder, kind, ander inwonend gezinslid) heeft een zwakke gezondheid, een gebrek aan kennis en deelname aan de gezondheidszorg, chronische ziektes en/of handicaps in het gezin, ervaren drempels in de toegang tot de gezondheidszorg.

2. Kwetsbaar gezin.
Indien een gezin voldoet aan minstens 2 van volgende voorwaarden, spreken we van een kwetsbaar gezin. Eén van de twee voorwaarden moet 2.2., 2.4 of 2.5. zijn.
2.1. Nood hebben aan kinderopvang om werk te zoeken of te houden of om een beroepsgerichte opleiding te volgen. Onder beroepsgerichte opleiding valt ook de Nederlandse taalles.
2.2. Laag inkomen
Een gezamenlijk belastbaar inkomen hebben van minder dan 27.000 euro/jaar.
2.3. Alleenstaand zijn.
Dit betekent niet gehuwd zijn en niet samenwonend met een persoon van wie het inkomen in aanmerking wordt genomen bij het bepalen van het inkomenstarief.
2.4. Problematische gezondheids- en/of zorgsituatie.
Hieronder vallen Gezinslid met een handicap, Gezinslid met verminderd zelfzorgvermogen, Sociale of pedagogische redenen.
2.5. Laag opleidingsniveau.
Geen van beide ouders heeft een diploma secundair onderwijs.